De of het water: zo zit het met het juiste lidwoord
Het is het water. In het Nederlands gebruik je het onzijdige lidwoord “het” voor water. Dit betekent dat de juiste combinatie altijd “het water” is en nooit “de water”. Wil je zeker weten wanneer je “de” of “het” gebruikt bij andere woorden? Bekijk dan ook de lijst met de-woorden en de lijst met het-woorden voor meer voorbeelden.
Wanneer gebruik je de of het water?
“De” en “het” zijn beide bepaalde lidwoorden in het Nederlands, maar bij het woord water hoort uitsluitend “het”. In zinnen als “het water is koud” of “ik drink graag water”, gebruik je altijd “het”. “De water” klinkt onnatuurlijk en wordt in het standaardtaalgebruik als fout beschouwd.
De of het water: uitleg en voorbeelden
Het correct toepassen van het lidwoord is essentieel voor goed Nederlands. Voor vloeibaar water gebruik je altijd “het”. Ongeacht de situatie of context: “Het water uit de kraan is veilig om te drinken” en “We gaan zwemmen in het water” zijn beide correct. Meer weten over andere lastige woorden? Kijk dan eens bij de of het kantoor of de of het brood.
Veelgemaakte fouten met de of het water
Een veelgemaakte fout, vooral bij mensen die Nederlands leren, is het zeggen van “de water”. Onthoud dat “water” altijd onzijdig is en dus altijd “het” gebruikt wordt. Zelfs als je praat over verschillende soorten water of in een meervoudige context, verandert het lidwoord niet. Oefening in het combineren van het juiste lidwoord met het zelfstandige naamwoord helpt de Nederlandse grammatica te verbeteren.
Verschil tussen de of het water in samengestelde woorden
Bij samengestelde woorden met “water” kan het lidwoord veranderen. Dit komt omdat het lidwoord wordt bepaald door het hoofdwoord. Zo zeg je “de waterfles” omdat “fles” een de-woord is, en “de watermeloen” vanwege “meloen”. Maar als je puur over water praat, blijft het altijd “het water”. Benieuwd hoe het zit met andere samenstellingen? Bekijk dan de of het product of de of het document.
Veelgestelde vragen over de of het water
Waarom zeggen we nooit “de water”?
Omdat “water” een onzijdig zelfstandig naamwoord is in het Nederlands. Daarom hoort enkel “het water” en niet “de water”.
Zijn er uitzonderingen op deze regel?
Nee, in de standaardtaal gebruik je altijd “het” als lidwoord bij “water”.
Geldt dit ook voor andere talen?
In andere talen kunnen het lidwoord en geslacht verschillen. In het Nederlands hoort “het” altijd bij “water”. Bekijk ook lidwoorden in het Engels of lidwoorden in het Duits voor vergelijkingen.
Wil je meer lezen over het juiste lidwoord, vergelijkbare gevallen of wil je je kennis toetsen? Gebruik dan de lijst met het-woorden of lees meer over lidwoorden in het artikel lidwoorden in het Nederlands. Zo weet je altijd of je “de” of “het” moet gebruiken bij woorden zoals “water”.
Handig artikel! Vaak vergeten mensen dat water altijd met “het” gaat, zelfs als het over verschillende soorten gaat. Duidelijke uitleg!
Duidelijke uitleg, bedankt! Het blijft soms lastig om de juiste lidwoorden te gebruiken, maar dit artikel maakt het een stuk begrijpelijker.
Heel duidelijk uitgelegd! Dit helpt echt om die kleine taalfoutjes te vermijden. Bedankt voor de handige tips!